Artikel 12 Jaarverslag, rekening en verantwoording
Artikel 12
1. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de vereniging
    zodanige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar
    rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.
2. Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen 6 maanden na
    afloop van het verenigingsjaar zijn jaarverslag uit en doet, onder
    overlegging van balans en een staat van baten en lasten, rekening
    en verantwoording over zijn in het afgelopen boekjaar gevoerd bestuur.
    Na verloop van de termijn kan ieder lid deze rekening en verantwoording
    in rechte van het bestuur vorderen.
3. De algemene vergadering benoemt jaarlijks uit de leden een commissie
    van tenminste 2 personen, die geen deel mogen uitmaken van het
    bestuur. De commissie onderzoekt de rekening en verantwoording van
    het bestuur en brengt aan de algemene vergadering verslag uit van
    haar bevindingen.
4. Vereist het onderzoek van de rekening en verantwoording bijzondere
    boekhoudkundige kennis, dan kan de commissie zich door een
    deskundige doen bijstaan. Het bestuur is verplicht aan de commissie alle
    door haar gewenste inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas
    en de waarden te vertonen en inzage van de boeken en bescheiden
    der vereniging te geven.
5. De opdracht aan de commissie kan te allen tijde door de algemene
    vergadering worden herroepen, doch slechts door benoeming
    van een andere commissie.
6. Het bestuur is verplicht de bescheiden bedoeld in de leden 2 en 3, 10 jaar
    lang te bewaren.